Rabies

Weergaven: 0

RABIES

IN HET KORT:

Rabiës, ook bekend als hondsdolheid, is een ernstige virusinfectie die de hersenen aantast. Het virus wordt meestal overgedragen door de beet van een besmet dier, zoals een hond, vleermuis of vos. Symptomen zijn koorts, hoofdpijn, angst, verwardheid en in ernstige gevallen verlamming en agressie. Zonder snelle behandeling is rabiës bijna altijd dodelijk. Het voorkomen kan door vaccinatie van dieren en mensen die risico lopen.

🌐 RISICOGEBIEDEN

Rabiës komt vooral voor in ontwikkelingslanden in Azië en Afrika. Specifieke risicogebieden zijn:

  • India en andere landen in Zuid-Azië
  • China
  • Zuidoost-Azië, zoals Thailand, Vietnam en de Filippijnen
  • Afrikaanse landen zoals Nigeria, Tanzania en Ethiopië
  • Latijns-Amerika, vooral in landen als Bolivia, Peru en Guatemala

n deze regio's is de vaccinatiegraad van huisdieren vaak laag en is er een hoger risico op besmetting door wilde dieren. Reizigers naar deze gebieden wordt aangeraden voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals vaccinatie.

Maak afspraak 🔽 voor vaccinatie of inlichtingen

Formulier volledig invullen a.u.b.

Voornaam
Achternaam
Telefoon - Alleen als u wilt worden teruggebeld
E-mail
Bericht
Het formulier is met succes verzonden!
Er waren wat fouten bij het verzenden van het formulier. Controleer nogmaals alle formuliervelden.

Symptomen van rabiës kunnen in twee fasen worden onderverdeeld:

  • 1. Vroege symptomen:
    • Koorts
    • Hoofdpijn
    • Algemene zwakte of ongemak
    • Tintelingen of jeuk op de plaats van de beet
  • 2. Gevorderde symptomen:
    • Angst en verwardheid
    • Hyperactiviteit
    • Overmatige speekselvloed
    • Moeite met slikken en angst voor water (hydrofobie)
    • Hallucinaties
    • Verlamming, beginnend bij de plaats van de beet en zich verspreidend

Zonder snelle medische behandeling leiden deze symptomen vaak tot coma en overlijden.

Rabiës wordt veroorzaakt door het rabiësvirus, dat behoort tot de familie Rhabdoviridae.

Het virus wordt overgedragen door:

  • Beten van besmette dieren: Dit is de meest voorkomende oorzaak. Dieren zoals honden, vleermuizen, vossen en wasberen kunnen het virus dragen en door een beet overdragen.
  • Krabben en likken: Hoewel minder gebruikelijk, kan het virus ook worden overgedragen door krabben of likken van een besmet dier op een open wond of slijmvliezen (zoals ogen, neus, mond).

Besmetting gebeurt meestal via speeksel dat in het lichaam komt via deze wonden.

Ja, er is een behandeling voor rabiës, maar deze moet zo snel mogelijk na blootstelling worden gestart om effectief te zijn.

De behandeling omvat:

Postexpositieprofylaxe (PEP):

  • Wondreiniging: Grondig wassen van de wond met water en zeep gedurende minstens 15 minuten.
  • Vaccinatie: Een reeks rabiësvaccinaties die direct na blootstelling wordt toegediend om het immuunsysteem te activeren tegen het virus.
  • Rabiësimmunoglobuline (RIG): Dit wordt soms toegediend naast het vaccin om onmiddellijke bescherming te bieden door direct antilichamen tegen het virus te leveren.

Zodra symptomen van rabiës zich ontwikkelen, is de ziekte meestal dodelijk, en er is dan geen effectieve behandeling meer. Daarom is snelle medische interventie cruciaal.

Het vaccinatieschema voor rabiës, ook wel Postexpositieprofylaxe (PEP) genoemd, varieert enigszins, maar een veelgebruikt schema is als volgt:

  1. Dag 0: Eerste dosis van het rabiësvaccin, zo snel mogelijk na blootstelling.
  2. Dag 3: Tweede dosis.
  3. Dag 7: Derde dosis.
  4. Dag 14: Vierde dosis.
  5. Dag 28: Vijfde dosis (soms niet vereist, afhankelijk van het gebruikte vaccin en de gezondheidstoestand van de patiënt).

Bij mensen die eerder volledig zijn gevaccineerd tegen rabiës, kunnen minder doses nodig zijn, vaak op dag 0 en dag 3. Het is belangrijk om het schema strikt te volgen voor maximale effectiviteit.

Ja, er zijn verschillende manieren om rabiës te voorkomen:

  • Vaccinatie van huisdieren: Regelmatige vaccinatie van honden, katten en andere huisdieren tegen rabiës is essentieel om de verspreiding van het virus te voorkomen.
  • Vaccinatie voor risicogroepen: Mensen die in gebieden met een hoog risico op rabiës wonen of werken (zoals dierenartsen, veldwerkers en reizigers naar endemische gebieden) kunnen een pre-expositie rabiësvaccinatie krijgen.
  • Vermijden van contact met wilde dieren: Vermijd contact met onbekende of wilde dieren, vooral als ze zich vreemd gedragen.
  • Bewustwording en educatie: Voorlichting over rabiës en hoe blootstelling te vermijden kan helpen bij preventie. Dit omvat kennis over de gevaren van wilde dieren en wat te doen bij een beet of krab.
  • Wondverzorging: Bij een beet of krab van een mogelijk besmet dier, moet de wond onmiddellijk grondig worden gereinigd met water en zeep gedurende minstens 15 minuten, gevolgd door medische hulp en zo nodig postexpositieprofylaxe.

Deze maatregelen samen kunnen de kans op rabiësinfecties aanzienlijk verminderen.

Rabiës kan ernstige complicaties veroorzaken, vooral als het virus zich eenmaal heeft verspreid naar het centrale zenuwstelsel.

Deze complicaties zijn meestal dodelijk en omvatten:

  • Encefalitis: Ontsteking van de hersenen, leidend tot ernstige neurologische symptomen zoals verwarring, hallucinaties, en agressie.
  • Verlamming: Spierzwakte en verlamming, beginnend bij de plaats van de beet en zich verspreidend naar andere delen van het lichaam.
  • Hydrofobie: Angst voor water, veroorzaakt door spasmen in de keelspieren bij het zien of drinken van water.
  • Ademstilstand: Verlamming van de ademhalingsspieren kan leiden tot ademhalingsstilstand.
  • Coma: De patiënt kan in een diepe coma raken als gevolg van de ernstige hersenontsteking.
  • Hartfalen: De infectie kan leiden tot een onregelmatige hartslag en uiteindelijk hartfalen.

Zonder tijdige en juiste behandeling na blootstelling is rabiës bijna altijd dodelijk. Daarom is snelle medische interventie van cruciaal belang om complicaties te voorkomen.

HOME 🏠

Related Entries