Polio

Weergaven: 0

POLIO - KINDERVERLAMMING

IN HET KORT:

Polio is een zeer besmettelijke virale ziekte veroorzaakt door het poliovirus. Het verspreidt zich via besmet voedsel en water en kan asymptomatisch zijn of milde griepachtige symptomen veroorzaken. In ernstige gevallen leidt polio tot verlamming en soms de dood.
Er is geen specifieke remedie, maar vaccinatie is zeer effectief in preventie.
Dankzij vaccinatieprogramma's is het aantal polio-gevallen wereldwijd drastisch verminderd, hoewel de ziekte nog steeds endemisch is in enkele landen.

RISICOGEBIED - 2021

Maak afspraak 🔽 voor vaccinatie of inlichtingen

Formulier volledig invullen a.u.b.

Voornaam
Achternaam
Telefoon - Alleen als u wilt worden teruggebeld
E-mail
Bericht
Het formulier is met succes verzonden!
Er waren wat fouten bij het verzenden van het formulier. Controleer nogmaals alle formuliervelden.

Polio, ook wel bekend als poliomyelitis, is een virale infectie die het zenuwstelsel kan aantasten en kan leiden tot verlamming. De symptomen van polio kunnen variëren, afhankelijk van de ernst van de infectie.

Hier zijn de verschillende stadia en symptomen:

Asymptomatische polio:

  • De meeste mensen (ongeveer 72%) die geïnfecteerd raken met het poliovirus hebben geen zichtbare symptomen.

Milde symptomen (Abortieve polio):

  • Koorts
  • Vermoeidheid
  • Hoofdpijn
  • Misselijkheid
  • Braken
  • Keelpijn
  • Buikpijn

Niet-paralytische polio:

Naast de bovenstaande symptomen kunnen deze mensen ook symptomen ervaren zoals:

  • Stijve nek en rug
  • Spierpijn of stijfheid
  • Spierzwakte
  • Paresthesie (gevoel van tintelingen of "prikken")

Paralytische polio:

Dit is het zeldzaamste en ernstigste type polio. De symptomen beginnen meestal als de symptomen van niet-paralytische polio, maar verergeren en kunnen leiden tot:

  • Ernstige spierpijn en spasmen
  • Verlies van reflexen
  • Slappe verlamming (meestal asymmetrisch, wat betekent dat het één kant van het lichaam meer beïnvloedt dan de andere)
  • Ademhalingsmoeilijkheden als de ademhalingsspieren zijn aangetast

Post-polio syndroom (PPS):

Dit kan jaren na de initiële polio-infectie optreden en omvat symptomen zoals:

  • Progressieve spier- of gewrichtszwakte en pijn
  • VermoeidheidSpieratrofie (verlies van spiermassa)
  • Ademhalings- of slikproblemen
  • Slaapapneu

Het is belangrijk om te weten dat polio kan worden voorkomen door vaccinatie.
Vaccinatie is de meest effectieve manier om een polio-infectie te voorkomen.

Polio wordt veroorzaakt door het poliovirus, een besmettelijk virus dat behoort tot de familie van de picornavirussen. Het virus verspreidt zich voornamelijk via de fecaal-orale route, maar kan ook worden overgedragen via druppeltjes uit de luchtwegen.

Hier zijn de belangrijkste manieren waarop het poliovirus kan worden overgedragen:

Fecaal-orale route:

  • Het virus kan worden overgedragen via besmet water of voedsel dat in contact is gekomen met ontlasting van een geïnfecteerde persoon. Slechte hygiënische omstandigheden en gebrek aan schoon water kunnen de verspreiding van het virus bevorderen.

Direct contact:

  • Het virus kan ook worden overgedragen door direct contact met een geïnfecteerde persoon, vooral als die persoon symptomen heeft zoals diarree.

Druppeloverdracht:

  • In zeldzamere gevallen kan het poliovirus zich verspreiden via druppeltjes die worden uitgescheiden wanneer een geïnfecteerde persoon niest of hoest. Deze vorm van overdracht komt minder vaak voor dan de fecaal-orale route.

Eenmaal in het lichaam, vermenigvuldigt het virus zich in de keel en de darm, waarna het de bloedbaan kan binnendringen en het centrale zenuwstelsel kan aanvallen, wat kan leiden tot de symptomen die eerder zijn beschreven.

Er is geen specifieke antivirale behandeling voor polio zelf, maar de zorg richt zich op het verlichten van de symptomen en het voorkomen van complicaties. De behandeling varieert afhankelijk van de ernst van de ziekte en de symptomen die zich voordoen.

Hier zijn de belangrijkste aspecten van de behandeling voor polio:

Behandeling voor milde polio:

  • Rust: Patiënten wordt aangeraden veel te rusten om hun lichaam de kans te geven om te herstellen.
  • Pijnverlichting: Gebruik van pijnstillers zoals paracetamol of ibuprofen om koorts en spierpijn te verlichten.
  • Voldoende hydratatie: Zorgen voor voldoende vochtinname om uitdroging te voorkomen, vooral bij symptomen zoals braken en diarree.

Behandeling voor niet-paralytische en paralytische polio:

  • Fysiotherapie: Om spierkracht en flexibiliteit te behouden en te verbeteren, evenals om gewrichtscontracturen te voorkomen. Dit kan ook helpen om de mobiliteit en functionaliteit te verbeteren.
  • Warmte en fysische therapie: Gebruik van warme kompressen en fysieke therapie om pijn te verlichten en de spierstijfheid te verminderen.
  • Ademhalingsondersteuning: In ernstige gevallen waarbij de ademhalingsspieren zijn aangetast, kan mechanische beademing noodzakelijk zijn. Dit was vooral belangrijk in het verleden, voordat vaccinaties wijdverspreid werden, en werd vaak gedaan met behulp van een ijzeren long.
  • Orthopedische hulpmiddelen: Zoals beugels en spalken om de ledematen te ondersteunen en vervormingen te voorkomen.

Behandeling voor post-polio syndroom (PPS):

  • Fysiotherapie en oefentherapie: Gericht op het verbeteren van kracht en mobiliteit, terwijl overbelasting van de spieren wordt vermeden.
  • Pijnmanagement: Gebruik van pijnstillers en andere methoden om chronische pijn te beheersen.
  • Gezondheidsmonitoring: Regelmatige medische controles om de voortgang van de symptomen te volgen en complicaties tijdig te behandelen.
  • Levensstijl aanpassingen: Aanpassingen in dagelijkse activiteiten om vermoeidheid te beheersen en de kwaliteit van leven te verbeteren.

Preventie blijft de beste aanpak

De beste manier om polio te behandelen is het voorkomen ervan door vaccinatie. Poliovaccinaties hebben de incidentie van de ziekte wereldwijd drastisch verminderd. In landen waar polio nog endemisch is of waar het risico op herintroductie bestaat, is het belangrijk dat vaccinatieprogramma's strikt worden gevolgd om nieuwe gevallen te voorkomen.

Vaccinatie is de meest effectieve manier om polio te voorkomen.

Er zijn twee hoofdtypen poliovaccins:

Orale poliovaccin (OPV):

  • Dit vaccin bevat verzwakte levende virussen en wordt oraal toegediend. Het stimuleert zowel de darmimmuniteit als de systemische immuniteit.

Geïnactiveerd poliovaccin (IPV):

  • Dit vaccin bevat geïnactiveerde (dode) virussen en wordt geïnjecteerd. Het stimuleert voornamelijk systemische immuniteit.

Beide vaccins zijn zeer effectief in het voorkomen van polio en hebben bijgedragen aan de drastische vermindering van polio-gevallen wereldwijd. Goede hygiëne en sanitaire voorzieningen spelen ook een cruciale rol in het voorkomen van de verspreiding van het poliovirus.

Het vaccinatieschema voor polio kan variëren afhankelijk van het land en het gebruikte type vaccin. Er zijn twee hoofdtypen poliovaccins: het geïnactiveerde poliovaccin (IPV) en het orale poliovaccin (OPV). In Nederland wordt voornamelijk IPV gebruikt.

Hier is een typisch vaccinatieschema voor polio zoals aanbevolen door het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) in Nederland:

Poliovaccinatieschema met IPV in Nederland:

Zuigelingen en jonge kinderen:

  • 1e dosis: bij 3 maanden
  • 2e dosis: bij 5 maanden
  • 3e dosis: bij 11 maanden

Booster doses:

  • 1e booster: bij 4 jaar (in combinatie met DTP, een vaccin tegen difterie, tetanus en polio)
  • 2e booster: bij 9 jaar (in combinatie met DTP)

Dit schema zorgt ervoor dat kinderen goed beschermd zijn tegen polio tijdens hun vroege jaren en geeft een langdurige bescherming door middel van herhaalde doses.

Algemene aanbevelingen voor poliovaccinatie:

  • Zuigelingen en jonge kinderen moeten de volledige serie van drie basisdoses en twee boosterdoses krijgen om een sterke en langdurige immuniteit te ontwikkelen.
  • Reizigers naar gebieden waar polio endemisch is of waar een risico op uitbraken bestaat, moeten ervoor zorgen dat hun poliovaccinatie up-to-date is. Soms wordt een extra booster aanbevolen voor volwassenen die naar risicogebieden reizen, vooral als hun laatste dosis meer dan 10 jaar geleden was.
  • Volwassenen die niet eerder volledig zijn gevaccineerd tegen polio, moeten het vaccinatieschema zo snel mogelijk inhalen.

Overige belangrijke punten:

  • IPV: Geïnactiveerd poliovaccin wordt geïnjecteerd en bevat dode virusdeeltjes, waardoor het zeer veilig is. Het wordt wereldwijd veel gebruikt, vooral in ontwikkelde landen.
  • OPV: Orale poliovaccin bevat verzwakte levende virussen en wordt oraal toegediend. Dit vaccin wordt vaak gebruikt in gebieden met een hoog risico op polio-uitbraken vanwege de gemakkelijke toediening en het vermogen om darmimmuniteit te stimuleren, wat helpt bij het verminderen van de overdracht van het virus.

Door het volgen van het aanbevolen vaccinatieschema kunnen kinderen en volwassenen effectief worden beschermd tegen polio, wat bijdraagt aan de wereldwijde inspanningen om deze ziekte uit te roeien.

Polio kan een reeks complicaties veroorzaken, afhankelijk van de ernst van de infectie en of het leidt tot verlamming.

Hier zijn enkele van de belangrijkste complicaties die kunnen optreden bij polio:


Acute complicaties:

Verlamming:

  • De meest gevreesde complicatie van polio is acute slappe verlamming, die vooral de benen kan aantasten, maar ook de armen, de ademhalingsspieren en zelfs de spieren die betrokken zijn bij slikken.

Spierzwakte en atrofie:

  • Door gebrek aan gebruik kunnen de spieren snel in omvang en kracht afnemen.

Ademhalingsproblemen:

  • Als het virus de spieren aantast die betrokken zijn bij ademhaling, kan dit leiden tot ademhalingsfalen, wat mechanische beademing noodzakelijk maakt.

Problemen met slikken:

  • Verlamming van de keel- en slikspieren kan leiden tot problemen met slikken, wat kan resulteren in ondervoeding en het risico op aspiratiepneumonie (inademing van voedsel of vloeistof in de longen).

Lange termijn complicaties:

Post-polio syndroom (PPS):

  • Jaren na de initiële polio-infectie kunnen overlevenden last krijgen van PPS, een aandoening die wordt gekenmerkt door nieuwe spierzwakte, pijn en vermoeidheid.
  • Symptomen van PPS kunnen omvatten:
    • Progressieve spier- of gewrichtszwakte en pijn
    • Algemene vermoeidheid en uitputting na minimale activiteitSpieratrofie
    • Ademhalings- of slikproblemen
    • Slaapapneu

Orthopedische afwijkingen:

  • Langdurige spierzwakte kan leiden tot skeletafwijkingen zoals misvormingen van de ledematen, scoliose (kromming van de ruggengraat) en contracturen (blijvende stijfheid van de gewrichten).

Verminderde mobiliteit:

  • Chronische spierzwakte en orthopedische problemen kunnen leiden tot verminderde mobiliteit, afhankelijkheid van hulpmiddelen zoals krukken, beugels of rolstoelen, en een afname van de algehele levenskwaliteit.

Psychosociale problemen:

  • De lichamelijke beperkingen en chronische pijn kunnen leiden tot depressie, angst en andere psychosociale problemen.

Preventieve maatregelen:

Het is van cruciaal belang om de verspreiding van polio te voorkomen door middel van vaccinatie. Wereldwijde vaccinatieprogramma's hebben de incidentie van polio drastisch verminderd en het risico op complicaties aanzienlijk beperkt. Goede hygiëne en sanitaire voorzieningen spelen ook een belangrijke rol in de preventie van de ziekte.


Het tijdig herkennen en behandelen van polio en de complicaties ervan kan helpen om de ernst van de ziekte te verminderen en de kwaliteit van leven voor getroffen individuen te verbeteren.


HOME 🏠